De werking van kanaaldetectie berust op het permanent controleren van stalen van afgezogen lucht van ventilatiekanalen. Een deel van het luchtdebiet in het ventilatiekanaal wordt via een geperforeerde ingangsbuis afgeleid naar de kanaaldetector, die boven op het ventilatiekanaal is gemonteerd. Binnenin de behuizing van de kanaaldetector bevindt zich een optische rookdetector, die het afgezogen luchtstaal controleert op de aanwezigheid van rook.
Kanaaldetectoren worden voornamelijk gebruikt in luchtschachten en ventilatiekanalen.