Skip to Content

CAMERABEWAKING

8 meest gemaakte fouten bij beveiligingscamera’s


1.   KIES VOOR KWALITEIT 


Iedereen kent de beelden van programma’s als opsporing gezocht dat je bij jezelf denkt, hoe kan je in hemelsnaam iemand herkennen met zulke slechte beveiligingsbeelden! Helaas is dit vandaag de dag nog steeds de realiteit. Zelfs bij grote bedrijven en banken zijn de bewakingsbeelden vaak nog van te lage kwaliteit. 



De beeldkwaliteit van een bewakingscamera wordt aangegeven in “Megapixels” of “TVL (TV Lijnen). De term Megapixels is welbekend van fotocamera’s en mobiele telefoons. De term TV lijnen wordt gebruikt voor analoge camera’s. In dit digitale tijdperk raden wij aan om analoge camera’s links te laten liggen en te gaan voor een IP camera met minimaal 2 Megapixel. 



2.       SLECHT NACHTZICHT 


Uit cijfers blijkt dat ruim 70% van de inbraken in de schemer en het donker gebeuren. Het is daarom naast het kiezen van een beveiligingscamera met voldoende pixels ook noodzakelijk om een beveiligingscamera met een sterke infrarood functie te kiezen. Camera’s met een te zwakke of geen infrarood functie zullen onduidelijk / zwart beeld waarnemen waardoor deze niet of nauwelijks bruikbaar zullen zijn om daders te identificeren (extra tip: check ook of het bereik (aantal meters) van de camera  voldoende is). 



3.       VERKEERDE PLEK VAN DE CAMERA 


Na het selecteren van de juiste camera is het belangrijk dat deze goed gemonteerd wordt. Niet alleen technisch gezien maar vooral de plek. Denk voordat je van start gaat goed na over de locatie van de camera. Hiervoor zijn 2 stelregels. 


Stelregel 1. Richt de beveiligingscamera’s op toegangswegen. 


Stelregel 2. Richt de beveiligingscamera op waardevolle voorwerpen. 



Om binnen te komen worden alle mogelijke routes gebruikt, zorg er daarom voor dat op iedere deur, raam of zwakke plek een beveiligingscamera gericht is. Hierdoor zul je altijd het gezicht van de dader registreren. Waardevolle goederen brengen een verhoogd risico met zich mee denk in een winkel bijvoorbeeld aan de kassa, kluis, archiefkasten of vitrinekasten. Inbrekers zullen waarschijnlijk voor deze goederen naar je winkel komen, zorg er dan ook voor dat hier een beveiligingscamera op gericht staat. 



4.       TE HOOG MONTEREN 


Een veelgemaakte fout is het te hoog ophangen van de camera. De ideale hoogte van het herkennen van objecten en personen is 1,70 meter. Voor buitengebruik raden wij aan de camera op een hoogte te hangen die niet gevoelig is voor vandalisme. Met let erop dat de camera nooit hoger dan 3 meter van de grond hangt. 



5.       MONTAGE ACHTER GLAS 


Normale beveiligingscamera’s zijn niet ontwikkeld om door glas heen te filmen. Wanneer de beveiligingscamera achter glas gemonteerd wordt registreert de camera naast het beeld ook de weerspiegeling van het infraroodlicht in het glas. Hierdoor ontstaat er een onduidelijk beeld dat niet bruikbaar is. Wanneer je je beveiligingscamera achter glas wilt monteren kun je hiervoor een camera met de Starlight functie gebruiken. Wij raden je aan voor de aanschaf hier advies over in te winnen bij je leverancier. 



6.    TEGEN HET LICHT IN MONTEREN 


Tegen het zonlicht in monteren van je beveiligingscamera geeft met een normale beveiligingscamera’s een onduidelijk beeld. Voorbeeld: Wanneer een beveiligingscamera in de schaduw van een carport wordt gemonteerd en wordt gericht naar de kant van de zon ontstaat er een witte vlek in het bewakingsbeeld. Om dit te voorkomen raden wij aan de camera op een andere plek op te hangen of te kiezen voor een beveiligingscamera met de zogenaamde WDR functie. WDR staat voor “Wide Dynamic Range”. 


Een beveiligingscamera met WDR functie kan het verschil tussen de schaduw onder de carport en het overbelichte gedeelte van het zonlicht op een natuurlijke manier registreren waardoor u ongeacht de weersomstandigheden altijd scherpe beelden heeft. 



7.   ONDERHOUD 


Een beveiligingscamera heeft periodiek onderhoud nodig. Vooral de buitencamera’s hebben zwaar te lijden onder de weersinvloeden van het Nederlandse klimaat. Denk aan regen en sneeuw in combinatie met wind, zand en pollen en insecten. Onderhoud de camera’s door deze regelmatig te reinigen en controleer de bekabeling op uitdrogen en scheurtjes zodat deze wanneer nodig preventief vervangen kunnen worden. Ondanks dat binnen camera’s minder te lijden hebben raden wij aan ook deze regelmatig vrij te maken van stof en spinnenwebben. 



8.   BEWAREN VAN BEELDEN 


Het opslaan van de beelden blijkt in praktijk vaak voor problemen te zorgen. Je denk alles perfect voor elkaar te hebben, er gebeurt iets en je wilt de beelden terug bekijken. Verkeerd ingestelde recorders, defecte harde schijven, volle SD-kaarten, gestolen recorders het zijn allemaal situaties die nog steeds te vaak voorkomen. Controleer daarom bij het onderhoud niet alleen de camera’s en bekabeling maar ook de recorder en de instellingen daarvan. Wij raden je aan om naast een lokale recorder gebruik te maken van een Cloud back-up om dergelijke problemen te voorkomen.

 

< Terug naar onze camerabewaking oplossingen